Historie
Home
Procédé
Galerie
Expositie
Links
Contact
En in den beginne was er licht!
Het is van alle tijden dat kunstenaars hebben geprobeerd om de beelden die ze waarnamen vast te leggen. Het is nog niet zo heel lang geleden dat alle afbeeldingen met de hand moesten worden vervaardigd. Meestal werd dit gedaan door geschoolde mensen. Aan het begin van de 19e eeuw werden er apparaten uitgevonden om de nauwkeurigheid en de gedetailleerheid van een afbeelding te vergroten. De camera obscura en de camera lucida werden zodanig verfijnd, voorzien van goede kwaliteit lenzen en spiegels, om met verrassende scherpe, heldere beelden, de kunstenaar bij zijn werk te ondersteunen. Details in een afbeelding werden steeds belangrijker. Zelfs zodanig dat het de mogelijkheden van de kunstenaar te boven ging. Er kwam behoefte aan een methode die een beeld direct kon “bevriezen”, zodat de natuur als het ware zichzelf vast kon leggen. Het grote probleem was echter het vinden van een medium dat in een ogenblik de wereld kon vastleggen en daarna bekeken kon worden zonder dat het beeld verging.
Het mag duidelijk zijn dat de fotografie, of zoals je wilt, het schrijven van licht, niet zomaar uit de lucht is komen vallen. Men was in het eerste kwart van de 19e eeuw op grote schaal bezig om met lichtgevoeligheid te experimenteren. Een enkeling boekte succes. Met name een Franse kunstenaar en een Engels amateur wetenschapper kwamen in 1839 bijna gelijktijdig met twee verschillende vormen van fotografie. Het waren William Henry Fox Talbot en Louis Jacques Mande Daguerre. De Calotypie van Talbot en de Daguerreotypie van Daguerre werden wereldkundig gemaakt. Hoewel de Calotypie het voordeel had dat er meerdere afdrukken gemaakt konden worden, het was immers een papieren negatief, was de kwaliteit inferieur aan die van de Daguerreotypie.
William H.F. Talbot
Louis J.M. Daguerre
De Daguerreotypie